Kwartaal bladen 2020

Inhoudsopgave jaargang 38, 2020

 

Nummer 1, maart 2020

De bevrijding van Nieuwleusen. -p. 1

De oorlogsbruid: M. Prins-Praas.- p. 3

Hoe een mooie voorjaarsdag in een hel veranderde: Gerrit Tempelman en Aartje Schoemaker .-p. 5                    

Een dag om nooit te vergeten: 10 april 1945: Jan Schuurman.-p. 7

Verjaardagsvisite met een staartje: Jan Huzen.- p. 8

Brieven van Levie Louis Vomberg.- p. 10

Eén overval, tien executies: René Fokkert.- p. 13

100 jaar Oosterveen Oliehandel: Lydie Bruggeman .- p. 17

Zoekplaatje: Roelof Boerman en Klaas Jan Talen.- p. 20

 

Nummer 2, juni 2020

Uitbreiding oorlogsmonument: Gees Bartels.- p. 23

Mit: een verhaal in de streektaal: Chris Canter .- p. 31

In gesprek met Klaas Groteboer: Jenny Kasper en Henny ter Wee.- p. 31

Groepsfoto: Klas 1 Chr. Mavo De Rank 1981.- p. 33

Even kennismaken; ik ben de Verhalenwagon: Aartje Schoemaker.- p. 34

Veldslag tussen de tramrails.- p. 35

Hendrik Jan Brinkman, veeverloskundige: Aartje Schoemaker .- p. 36

Bakhuus en stookhok: Aartje Schoemaker.- p. 37

In memoriam: auteur Johan van Dorsten: Gees Bartels.- p. 39

Zoekplaatje: Roelof Boerman en Klaas Jan Talen .- p. 40

Zo kört maar: een gedicht van: Klazien Bijker-van Hulst.- p. 40a

 

Nummer 3, september 2020

Grootmoeder Stientje Hekman-Stolte: Willem Hekman.- p. 41

’n Zunnige, zomerse zaoterdagmörn met Derk en Diena: Aartje Schoemaker .- p. 46

Berend Jan van den Berg, stiefzoon en molenaar: René Fokkert.- p. 47

Groepsfoto: Versierde wagen, 5 mei 1950, gymnastiekvereniging.- p. 48

Opgroeien rond d’Ommerdiekerbrug; Hilda Kappert-Voorhorst vertelt: Aartje Schoemaker.- p. 49

Ode aan het Lichtmiskanaal: Wim Logtenberg.- p. 53

Zoekplaatje: Roelof Boerman en Klaas Jan Talen.- p. 55

 

Nummer 4, december 2020

Een voettocht in de Hongerwinter: Ina van Wijngaarden.- p. 57

Limericks : Piet Kalteren.- p. 61

De monsternemer: Aartje Schoemaker.- p. 62

Westeinde 28; ruim 100 jaar bewonersgeschiedenis: René Fokkert.- p. 65

Zoekplaatje: Roelof Boerman en Klaas Jan Talen.- p. 72